Gabriele

GABRIELELORETO


Mijn naam is Gabriele, ik ben zevenentwintig en ik kom uit Brescia. Ik kom uit een groot gezin en sinds ik een kind was, zorgden mijn ouders ervoor dat ik niets tekort kwam. Zij trachtten mij gezonde principes en het geloof door te geven en een voorbeeld te zijn voor mij. Ik herinner me nog goed dat mijn vader een keer een dronken man op de grond zag vallen, heel bruusk op de autorem ging staan, en naar hem toe liep om hem te helpen.

Ik was een levendig maar verlegen kind, ik hield van lopen, ik had veel gevoel voor dieren, ik vond het leuk om laat op straat voor ons huis te spelen en te lezen. Ik leefde zorgeloos tot mijn elfde.

Toen begon ik toe te laten dat een aantal zaken een sterke invloed kregen op mijn leven: slecht internetgebruik, destructieve en gewelddadige muziek en de neiging om mij te focussen op de negatieve kant van de dingen. Met de jaren werd ik meer en meer gesloten. Daarenboven, ook al was alles ogenschijnlijk "in orde", werd ik meer en meer verdrietig en leeg.

Ik zocht antwoorden in boeken, in de meest uiteenlopende filosofieën, maar ik kon geen rust vinden. Ik was van mening dat Jezus niet bestond, en indien Hij toch zou bestaan, Hij zeker niet van mij hield maar over mij oordeelde. Ik leefde als een veroordeelde, een slaaf van zowel plezier als van droefheid.

Op mijn negentiende slaagde ik voor het universitaire ingangsexamen en naast mijn studie stortte ik me op vrijwilligerswerk, maar dat kon de leegte niet opvullen. Na twee jaar stopte ik met mijn studie en ging werken.

Ondertussen had ik mijn kwaadheid niet meer onder controle en gleed ik steeds dieper weg in een vorm van depressie. Ik zocht hulp bij psychologen. Na twee jaar probeerde ik dan alles om te gooien. Ik trok met mijn rugzak naar Zuid-Amerika, op zoek naar vrijheid en de zin van mijn leven. Ik wendde me tot genezers en sjamanen. Ik had daar al mijn hoop op gevestigd, maar het voedde alleen maar de duisternis en de angst in mij.

Ik herinner me nog heel goed dat ik op een avond heel alleen was, in mijn tent in een bos. Ik voelde me verpletterd en hulpeloos. Op een gegeven moment barstte ik in tranen uit, en opgerold liggend als een kind, zei ik: "Maria, als je daar bent, red mij, help mij! Kijk alsjeblieft naar me." Vanaf toen heb ik geen toevlucht meer gezocht in drugs. Ik vervolgde mijn reis door verschillende landen, maar ik kon geen rust vinden en ik zag, dat zelfs zij die mij dicht nabij waren, leden.

Daarna bracht ik twee maanden door in een orthodox klooster. Daar realiseerde ik me dat ik mijn problemen onder ogen moest zien. Ik keerde terug naar Italië en mijn "verslavingen" hadden mij nog steeds in de greep. Uiteindelijk stuurde ik een e-mail naar Cenacolo en vroeg om hulp. Ik wou stevig het mes zetten in dit leven dat geen leven was. Na de intakegesprekken begon ik mijn weg in de fraterniteit van Loreto.

Het was niet gemakkelijk. Ik dank mijn “beschermengel”, de jongen die bij het begin van mijn weg in Cenacolo naast me stond. Aan hem kon ik mijn verhaal toevertrouwen. Hij steunde me in stilte als ik pijn had. Op andere momenten maakte hij me aan het lachen en hielp me om zicht te krijgen op mijn foutief gedrag. Doorheen de echte vriendschap voelde ik mij geliefd. Hier, in de schaduw van de Basiliek van het Heilige Huis, voelde ik zoveel vertrouwen. Er kwamen gaven, energieën en kwaliteiten in mij naar boven die ik nooit in mezelf gezien had. In mijn hart koos ik ervoor om echt te leven.

Een indringende levensstijl en een veeleisende begeleiding hielpen me om op te staan vanwaar ik was gevallen. Ik zie nu dat het de trots is die me in het verleden - en ook vandaag nog - zoveel problemen bezorgd heeft, en niet alleen de trots maar ook het tekort aan wilskracht en mijn voorliefde voor plezier. Hier ben ik nu mezelf beetje bij beetje aan het heropbouwen met de hulp van de mensen rondom mij. 

Ik val, ik sta op, en ik begin opnieuw en ga vooruit, op zoek naar het licht in het gebed. Zonder dit zou ik geen betekenis kunnen geven aan de dingen die ik doe. Als ik goed bid, dan ervaar ik vrede in de dag en heb ik vrede met de broers waar ik mee samenleef.

De laatste tijd heb ik veel geschenken, gaven, mogen ervaren: de bedevaarten naar de Basiliek van het Heilige Huis, de bedevaart naar het graf van de Zalige Carlo Acutis en van de Heilige Maria Goretti. Vandaag is het soms aan mij om "beschermengel" te zijn. Op deze manier kan ik alle liefde, het geduld en de vriendschap die ik mocht ontvangen, teruggeven.

Ik dank Moeder Elvira voor het geloof dat zij in ons heeft, voor het niet opgeven bij het zien van de modder in ons, bij het zien van onze vele wonden. Ik dank de jonge mensen die elke dag opnieuw een voorbeeld voor mij zijn, door waardig hun kruis te dragen: hun offers hebben mij wederopgebouwd. Ik dank ook alle vrienden en weldoeners zonder wie dit huis niet zou kunnen bestaan. Dank, Gabriele