Agnieszka

agnieszka


Mijn naam is Agnieszka en ik ben blij dat ik kan getuigen dat Jezus, doorheen de Gemeenschap Cenacolo, mijn leven heeft gered. Vier jaar geleden kwam ik aan in Savigliano om een ​​ervaring op te doen. Ondertussen is dit een liefdesavontuur geworden dat nooit zal eindigen.

Ik ben opgegroeid in een fijn katholiek gezin in Polen. Als kind had ik geen grote zorgen: ik had een broer, mijn ouders hielden enorm veel van elkaar, en ik was een goeie leerling op school. Toen ik vijftien was, is ons papa geheel onverwacht gestorven. en dit zette mijn jeugd helemaal op zijn kop! Ons mama was enorm van streek en zeer beproefd door het lijden. Maar zij nam het gehele gewicht van het gezin op zich en ging uit werken zodat wij onze studies konden afmaken. Mijn broer ging zijn eigen weg. Thuis was er nog weinig dialoog en het leven "binnen in me’"was onbekend terrein.

"Ik crashte“ en zocht een uitlaatklep voor al mijn emoties op feestjes met vrienden. Daar rookte ik ook mijn eerste sigaretten en begon ik alcohol te drinken. Ik schaamde me hiervoor voor mijn familie die dit gedrag niet accepteerde, want ze dachten dat ik goed en sterk was. Dus begon ik de waarheid te verbergen en een vals leven te leiden, maar ik had het alsmaar zwaarder door dit compromis.

Ik zocht naar de zin van het leven in boeken, kunst en verkeerde relaties met jongens. Ik wilde mijn leegte vullen met genoegens en emoties die helaas niet lang duurden. Het leven stelde me alsmaar meer teleur en ik werd depressief. Toen ik afgestudeerd was, deed ik ervaring op in de “werkwereld”, maar ondanks het schijnbare welzijn sloot ik mezelf steeds meer op vóór mijn computer, en probeerde op die manier te ontsnappen aan de moeilijkheden en de echte confrontatie met de wereld.

In die periode heeft God mijn hart geraakt. Een atheïstische vriend vroeg me eens waarom ik naar de kerk was gegaan voor de heilige mis. Ik antwoordde: "Het is de enige plek die me iets doet”. Ik stond versteld van mezelf; God was begonnen om mijn stenen hart te veranderen in een hart van vlees.

Het lijden werd mijn redding: mijn moeder werd ernstig ziek en mijn drugsverslaafde neef schreeuwde om hulp om zijn leven te redden. Zo heb ik de Gemeenschap leren kennen doordat ik hem naar de intakegesprekken bracht. De confrontatie met de jongens van de Gemeenschap heeft me diep geraakt; voor het eerst zag ik op welk punt ik van binnen verlamd was, gesloten en star: ik kon niet eens de eenvoudige "gebaren" maken die de liedjes vergezelden, verlamd door een gekke angst om veroordeeld te worden. Vanuit dat besef wilde ik deze realiteit, deze Gemeenschap en haar manier van werken, steeds meer “van binnenuit” leren kennen.

Ik heb een ervaring van twee maanden gedaan en ik zei tegen mezelf: “Dit alles is echt mooi, maar nooit meer!”. Het gemeenschapsleven was te "ongemakkelijk" en vereiste te veel opofferingen voor het egoïsme en individualisme dat zo stevig in mij geworteld zat.

Maar Jezus gaf niet op. Vooral de onderrichtingen van Moeder Elvira over “de vrouw” bleven hangen in mijn hart: haar leer dat “dienen regeren is”, dat was nieuw voor mij. Ik voelde me altijd slechter dan mannen, ervan overtuigd dat ik mijn waarde op het werk moest tonen, terwijl thuis blijven om de kinderen te begeleiden en op te voeden, me een mislukking leek. Mijn hoofd zat vol wereldse ideeën en mijn hart was gekwetst door alle verkeerde relaties.

Sommige waarheden had mijn moeder me vroeger al verteld, maar, rebels en boos als ik was, wilde ik niet luisteren. Het kostte Moeder Elvira’s "kracht” om mijn verblinde ogen te openen, en ik zal haar blijven bedanken omdat er zich een nieuwe horizon in mijn hart opende.

Ik ontdekte de schoonheid van de eenvoud en de vreugde om mezelf in kleine dingen te geven. Ik ontmoette nieuwe vrienden met wie ik samen op weg kon gaan naar God. En dus werd ik, door naar bijeenkomsten van de Gemeenschap te gaan, verliefd op de goedheid van een Poolse jongen; er ontstond een enorm goede vriendschap. Dit zette mij ertoe aan om het vertrouwen in de liefde te herstellen, de angsten van mijn gekwetste hart te overwinnen en te hopen dat ik een schone en echte relatie zou kunnen opbouwen.

Ik besloot om echt naar de Gemeenschap te gaan. God had mijn moeder een goede gezondheid gegeven en ik voelde zoveel vertrouwen bij mijn broer toen hij me aanmoedigde om deze grote stap te zetten. Zoveel wonderen! Ik vertrouwde me volledig toe aan God en ben vertrokken.

De eerste maanden waren erg pijnlijk: als vierendertig jarige moest ik de wereld van zekerheden en comfort die ik had opgebouwd, volledig achter me laten.

Tegelijkertijd lieten de eerste keren dat ik "deelde in waarheid" me een andere dimensie van het leven ontdekken en kreeg ik de overtuiging om door te gaan. Ik had nog nooit zo'n diepe vreugde gevoeld als na de eerste keer op zo’n manier gedeeld te hebben: ik kon mezelf bevrijden van een jaloezie: ik kon niet geloven dat mensen, nadat zij zo’n slecht gevoel over mij hadden gehad, dat zij nog meer van mij zouden konden houden.

Langzamerhand kreeg ik weer respect voor mezelf en vond ik de stem van mijn geweten terug. Dit alles gebeurde tijdens mijn verlovingstijd, en de Gemeenschap heeft ons als koppel een heel mooi, intens en echt groeipad voorgesteld. Hierdoor begrepen we dat onze paden (tijdelijk) moesten scheiden.

Vanaf dat moment ben ik “teruggekeerd” naar de Gemeenschap en heb ik mijn keuze om te blijven opnieuw bekeken. Ik was hier niet meer alleen om ervaring op te doen, of als verloofde van één van de jongens, en daardoor kon ik ontdekken wie ik werkelijk was, mijn talenten en mijn armoede, mijn kleine kantjes.

Dit leven leert me bidden en vervolgens incarneren met eenvoudige gebaren van liefde, door te glimlachen, zelfs als ik dat niet wil, eerst aan anderen te denken en pas daarna aan mezelf, om hulp te vragen, mezelf te verwelkomen, gemeenschap te beleven met anderen en vooral om te vergeven en elke dag opnieuw te beginnen.

De Gemeenschap heeft me veel geschenken gegeven, maar het mooiste is dat ik mijn vrouw-zijn mocht herontdekken. Ik heb ook leren koken, elke dag kan ik mijn zussen met vreugde dienen, en dit geeft me veel vreugde!

De kleine wonderen van God en Zijn Voorzienigheid die ik elke dag zie, helpen me om steeds meer in een levende God te geloven. De glimlach van mijn herboren zusjes doet me nadenken over de Goddelijke Barmhartigheid; het Woord van God brengt me constant in beweging en druppel voor druppel irrigeert het de grond van mijn hart dat weer is gaan bloeien. Bedankt! Agnieszka