Antonija en Gioacchino

antonia e gioacchino


Antonija

Goedenavond iedereen, mijn naam is Antonija en ik kom uit Kroatië. Ik ben naar de Gemeenschap gegaan omwille van drugsproblemen. Door andere ouders die hun dankbaarheid uitspraken en getuigenis gaven, moest ik terugdenken aan al die slechte dingen die ik gedaan heb in mijn leven, terwijl ik op straat leefde en drugs gebruikte.

Het eerste waar ik aan dacht was dat ik Onze-Lieve-Vrouw moet bedanken voor de gave van het leven van mijn moeder. Ja, daar mag ik vandaag echt dankbaar voor zijn, want het is daardoor dat ik hier ben, dat ik in de Gemeenschap ben, dat ik leef, dat ik in staat ben om een ​​gezin te stichten, dat ik mijn leven vernieuwd heb… ik ben ook de Gemeenschap Cenacolo heel dankbaar.

Ik weet nog dat heel veel mensen in Kroatië, in het land waar ik woonde, in mijn stad, zeiden: "Nou, er is geen hoop voor drugsverslaafden”. Maar mijn moeder, en daar ben ik haar zo dankbaar om, had echt een groot geloof. Toen zij Onze-Lieve-Vrouw ontmoette in Medjugorje, begon ze te bidden; Ze ontmoette daar de Gemeenschap Cenacolo en ze zei: "Mijn dochter zal gered worden!”. En dat is ook gebeurd! Ik herinner me heel goed dat zij me voor het eerst naar de intakegesprekken bracht in Medjugorje, toen er nog geen meisjeshuis was, enkel het huis van de jongens bestond toen. Ik heb vijfentwintig gesprekken gehad en iedereen was er van overtuigd dat ik niet naar de Gemeenschap zou gaan. Maar mijn moeder zei: "Nee, ik vertrouw op Onze-Lieve-Vrouw dat Antonia  haar weg in de Gemeenschap zal beginnen." En ik ben gegaan, en ik dank mijn moeder en mijn vader voor hun geloof.

Ik ben mijn weg in de Gemeenschap begonnen in Italië, in een meisjeshuis, en ik heb het parcours van de gemeenschap doorlopen. De eerste periode was echt moeilijk. Allereerst was het moeilijk om te accepteren dat ik een probleem had en dat ik hulp nodig had: ik denk dat het eerste probleem dat ik had in de Gemeenschap was dat ik moest accepteren me te vernederen, me klein te maken en hulp te vragen wanneer ik dat nodig had, en te weten dat ik op een plek was waar ik mijn leven moest veranderen en dat ik zoveel fouten gemaakt had.

Ik dank van ganser harte de Gemeenschap, en de vele jongeren, de meisjes die me hebben geholpen om vooruit te gaan op deze weg; heel bijzonder de meisjes die vóór mij op weg waren gegaan in de Gemeenschap, en die me geholpen hebben vanuit hun ervaring, en die me de moed hebben gegeven, en de hoop dat ook ik het zou halen.

Na een periode in de Gemeenschap voelde ik in mijn hart het verlangen om een ​​gezin te stichten. Ik ontmoette mijn man in de Gemeenschap. We zijn getrouwd na een bijzondere verlovingsperiode, en we zijn vertrokken naar de missies. Het was zeker een vooruitziende blik van Moeder Elvira; we vertrokken vanuit Italië naar Brazilië om er het 10-jarig bestaan van de missiepost te vieren; Elvira heeft ons totaal onverwacht naar Bahia gezonden, en we zijn nooit meer teruggekeerd. Ik denk dat het ook op dat moment is dat ik geleerd heb om te zeggen: "Hier ben ik", om me toe te vertrouwen, iets dat ik nog nooit eerder had gedaan. Als iemand me iets in die zin zou gezegd hebben, had ik zeker het volgende geantwoord: “Dat doe ik niet, ik hoef niemand te gehoorzamen”. Maar Moeder Elvira had wel degelijk het lef om ons te vragen om te vertrekken, om onze weg verder te zetten, om ons leven ook te geven in de missies, aan de allerarmsten en meest behoeftige mensen.

Ik woon ondertussen al enkele jaren met mijn man in de missie van Bahia, Brazilië, waar er ongeveer twintig missionarissen, vijf Zusters van de Gemeenschap Cenacolo, en zo’n tachtig kinderen wonen; verlaten kinderen, straatkinderen, kinderen die misschien geen familie meer hebben, kinderen die ernaar hunkeren dat mensen van hen houden, die bij hen zijn en hun leven voor hen geven. In het begin van ons huwelijk konden we geen kinderen krijgen, en dus hebben we de gave van het ouderschap ontwikkeld door “ouders” te zijn voor de kinderen die we verwelkomden in de Gemeenschap. Het zijn allemaal kleine kinderen die ons zo veel geven: zoveel blijdschap, zoveel vreugde, maar ook veel groei, en zo konden ook wij enorm groeien als mama en papa, zodat we niet dezelfde fouten zouden maken die we meegemaakt hebben in onze eigen families. En dan, geheel onverwacht, en door Gods genade, hebben we een kindje gekregen van onszelf, een zoon, Daniel, en die groeit nu samen op met de andere kinderen van de missie.

Het is een feit dat één van de oorzaken van mijn drugsverslaving die me de straat heeft opgestuurd, me in het kwade heeft “gesmeten”, dat dit ook de ouderlijke ruzies bij me thuis waren; ik heb mijn ouders nooit zien knuffelen. Ik heb nooit de warmte van een gezin gevoeld, en dit had tot gevolg dat ik alsmaar meer op straat rondhing, de wereld rondreisde; en anderzijds ook het feit dat ik het heel fijn vond om me te amuseren, en al de rest… ja, het zijn niet alleen mijn ouders die er schuldig aan zijn.

Het is wel zo dat ik door dit alles een ander voorbeeld van een gezin wou geven aan die kindjes. De Heer gaf ons deze nieuwe kans om te leven als een nieuw, herboren echtpaar. Ik denk dat de kinderen van de missies zich verstoppen achter de deur wanneer Joachim en ik elkaar een knuffel geven of dansen met elkaar. Zij verstoppen zich en giechelen, omdat, zo vermoed ik, dit alles hen heel veel geluk en vrede geeft, want tot nu toe hebben zij enkel het kwade gezien in hun families: gescheiden ouders, ouders die elkaar slaan, die de kinderen slaan…

Ik denk dat we hen de volgende zaken kunnen overbrengen: het geloof in Christus, dat er een grote Vader is in de hemel, die hen beschermt, die van hen houdt, en dat wij slechts kleine instrumenten in Gods handen zijn, en dat we van hen houden met een open hart, en dat we hen alles willen geven wat ze niet gehad hebben in hun familie. Ik denk dat de Heer mij dit vraagt. En ik moet, met heel mijn hart, mijn hart geopend houden, zodat ik hen deze liefde kan geven.

En dus, terwijl ik de ouders hoor vertellen, zoals ik eerder al zei, raak ik echt ontroerd, geëmotioneerd, want ik voel dat ik zelf ook veel kwaad gedaan heb aan mijn eigen ouders. Ik herinner me dat na twee jaar op weg te zijn in de Gemeenschap, mijn moeder me om vergeving vroeg, maar ik heb haar gezegd: "Maar jij hoeft je niet te verontschuldigen mama, ik ben degene die jou om vergiffenis moet vragen, want ik heb je zoveel pijn gedaan, ik heb je zo doen lijden, en het kwam zeker door mijn toedoen dat jij zoveel verdriet hebt gehad”.

Maar Elvira heeft mij ook geleerd om hen te zeggen hoe bijzonder het is dat zij bestaan! Ik moet hen bedanken voor mijn leven, maar in het bijzonder omdat zij me geholpen hebben op mijn weg in de Gemeenschap, na al die jaren dat ik op straat ronddoolde, na al die drugs, na al het kwade dat ik gedaan heb. Het was mijn moeder die de moed heeft gehad om mijn hand te nemen en me naar de Gemeenschap heeft gebracht, terwijl ze tegen me zei: "Kijk, er is een veel mooier leven dan wat jij er nu van maakt, er bestaat een licht in de wereld dat jij ook kan laten schijnen voor anderen”. Ik ben zo dankbaar hiervoor!!

Ik besef dat toen ik naar de Gemeenschap ging, dit ook de moeilijkste momenten geweest zijn in het leven van mijn familie. Ze hadden het heel moeilijk met alles. Ik herinner me het moment dat ik naar de Gemeenschap ging, en mijn zus haar echtgenoot een accident kreeg waardoor hij in een rolstoel terechtkwam; maar ondanks al het lijden dat mijn familie te dragen kreeg, heeft mijn moeder nooit haar glimlach verloren; zij is altijd een glimlachende vrouw geweest, met zo veel geloof en hoop, en dat is wat mij al die jaren in de Gemeenschap staande heeft gehouden: haar standvastigheid en haar geloof, haar vertrouwen in de Gemeenschap Cenacolo, in Moeder Elvira en in mij. Ik herinner me hoe ze me persoonlijk naar Saluzzo bracht, en tegen me zei: "Ik heb vertrouwen, ik vertrouw je, jij zal het redden!” En zo was het: vanaf die dag wou ik niet meer dat zij haar vertrouwen in mij zou verliezen, want dat is zo dikwijls gebeurd: ik heb zoveel leugens verteld, ik heb zoveel rotzooi uitgehaald, maar mijn ouders zijn me blijven vertrouwen, ze gingen met me op weg, namen me bij de hand.

Na vijf jaar niet teruggekeerd te zijn van de missies in Bahia, ben ik nu weer thuis in Kroatië. En toen ik mijn familie, mijn ouders terugzag, heb ik de Heer oprecht dankgezegd voor hun verandering. Ik zat naast mijn moeder, en om 15.00 zei ze: "Het is het uur van de barmhartigheid, laten we samen bidden”. Het was geweldig om deze veranderingen te zien en ik ben blij, omdat ik zie dat ik niet de enige ben die een weg heb afgelegd, ook zij zijn op weg gegaan. Misschien verloopt die weg bij mijn vader iets trager, maar ik ben er zeker van dat hij er ook zal komen; ik denk dat de Heer, samen met dat van mijn moeder, ook zijn hart zal raken; ik wil de hoop nooit meer verliezen.

Nu wil ik ook een boodschap geven aan al diegenen die luisteren: leef met sereniteit, veel vanuit vreugde. Vandaag is Vader Stefano teruggekeerd uit Afrika,  en hij zei dat we evenwichtig en sereen moeten leven, dag per dag, en alles met geloof in God moeten verwelkomen… ik wil de Gemeenschap ook bedanken voor het allergrootste geschenk dat ze me gegeven heeft: het geloof. In de Gemeenschap heb ik, terwijl ik God leerde kennen, mijn leven ontmoet, en de liefde van mijn leven, mijn man! Dankjewel. Antonija

 

Gioacchino

Gioacchino

Goedenavond iedereen, ik ben Joachim, de man van Antonija. Ik dank mijn vrouw hartelijk voor alles wat zij elke dag voor me doet; vaak ben ik me niet bewust van haar constante rustige aanwezigheid, maar ik zie dat alles wat zij voor mij doet, dat ze dit met heel veel liefde doet, dus enorm bedankt, Antonija, voor jouw aanwezigheid in mijn leven.

Ook ik ben toegetreden tot de Gemeenschap door toedoen van drugs, door het drugsverleden van mijn broer. Vele jaren geleden, toen we thuis ontdekt hebben dat mijn broer drugs gebruikte, was dit een echt drama voor onze familie en we wisten niet hoe we dit moesten aanpakken. Het is waar dat de Heer je de weg toont op verschillende plaatsen, in situaties die soms erg vreemd mogen lijken, via een meisje die me over de Gemeenschap Cenacolo vertelde. Onmiddellijk voelde ik in mijn hart dat dit de redding zou zijn voor mijn broer. Dus samen met mijn ouders hebben we geprobeerd mijn broer te overtuigen om naar een eerste intakegesprek te gaan.

Ik herinner me dat toen we na het eerste gesprek in Moncalieri huiswaarts keerden, dat we in de auto onbedaarlijk zijn beginnen huilen als kleine kinderen. Ik herinner me dat moment heel goed want het had me diep geraakt, het had iets geraakt binnen in me, iets dat niet goed aanvoelde, en vanaf dat moment is alles veranderd… want na dat eerste gesprek wilde mijn broer naar een tweede, een derde en een vierde gaan… en daarna is hij zijn weg begonnen binnen de Gemeenschap. Maar nadat mijn broer naar de Gemeenschap was gegaan, voelde ik ook in mij een moment van verwarring. Ik voelde dat iets of iemand me riep. Uiteindelijk heb ik de keuze gemaakt om ook naar de Gemeenschap te gaan, ook al wist ik eerlijk gezegd niet voor hoelang, noch waarom. Maar ik had er vertrouwen in, en voor de eerste keer zei ik tegen mezelf: "Doe iets dat niet voelt als iets van jezelf".

Menselijkerwijs kreeg ik negatieve adviezen van mijn vrienden en collega’s: ik werd gepest, ze scholden me uit en keerden zich tegen me. We zijn inmiddels enkele jaren verder, en de mensen die me destijds uitlachten, waren, toen ik hen in deze dagen tegenkwam in de stad, allemaal verbaasd over mijn keuze en zij die dachten dat ze het geluk in pacht hadden, hebben veel tegenslagen gekend. Velen gaven me complimenten voor de levenskeuze die ik gemaakt heb en uiteindelijk zie ik echt dat voor God niets onmogelijk is, en dat het ware geluk echt van Hem komt.

Toen ik bij de Gemeenschap aankwam, ontstond in mij onmiddellijk het verlangen om naar de kinderen in de missies te gaan. Ik weet niet hoe ik in de Gemeenschap ben terechtgekomen, maar dit was iets dat ik voelde, en het voelde aan als een roeping! Elvira, met grote moed, zo herinner ik me, zei me direct na de boodschap van Onze-Lieve-Vrouw van Medjugorje: "Gioacchino, ga je koffers pakken, want jij vertrekt naar de missies en zal je vervoegen bij je broer”. Want ook mijn broer had, na een tijd op weg te gaan in de Gemeenschap, in zijn hart het verlangen om naar de missies te gaan, ontvangen, en hij was er dus vóór mij!

Ik ben dus naar hem toegegaan, en samen hebben we ginds prachtige momenten beleefd, waarin we elkaar echt leren kennen hebben als broers. We hebben er een onbeschrijflijke levenservaring meegemaakt, eentje die we nooit zouden hebben meegemaakt indien we in onze geboortestad zouden geweest zijn, of ergens buiten de Gemeenschap. We hebben moeilijke momenten moeten overwinnen, ook bij het begin van de missiepost van Brazilië toen er veel dingen erg moeilijk waren, maar we waren verbonden met elkaar in moed. Ik kan niet anders zeggen dan dat mijn broer me aangemoedigd en geholpen heeft telkens er problemen waren.

Om dit alles kan ik God slechts danken, want buiten het feit dat Hij mij een nieuw leven heeft gegeven, schonk Hij me ook mijn vrouw, en zij is van onschatbare waarde! Na vele jaren in de missie voelde ik in mijn hart dat Jezus me ergens voor aan het voorbereiden was, zoals hij ook reeds mijn broer had voorbereid: ik was teruggekeerd uit Brazilië omdat mijn broer hier in de buurt van Saluzzo ging trouwen met zijn vrouw, Francesca, en daar ontmoette ik Antonija. Ongelooflijk niet, ik kwam naar Saluzzo voor het huwelijk van mijn broer in de Gemeenschap, en de Heer liet me kennismaken met Antonija, dus een geschenk voor een geschenk! Hoe geweldig is onze Vader die alles ziet en alles weet!

En dus, ja, vandaag, wat kan ik zeggen? Mijn broer heeft de Gemeenschap verlaten, heeft twee prachtige kinderen, leidt een christelijk leven, geeft de waarden door die hij leerde kennen in de Gemeenschap, deze die hem zijn leven hebben teruggegeven, en deze die niet alleen gebaseerd zijn op het fundament van de Gemeenschap Cenacolo, maar ook op dat van het katholieke geloof. Hij geeft zoveel aan zijn kinderen, evenals aan zijn vrouw.

Ik moet zeggen dat de Gemeenschap mijn karakter enorm heeft versterkt, mijn manier van zijn heeft versterkt, me geleerd heeft om oprecht te zijn met anderen en met mezelf. Ik herinner me dat mijn vrouw en ik, toen we trouwden, de belofte hebben uitgesproken dat we nooit meer een sigaret zouden roken, dat we nooit meer bier of wijn zouden drinken; en ik ben heel blij want we hebben die beloftes behouden, ook nu we in deze periode van verlof op bezoek waren bij haar ouders in Kroatië, en bij mijn ouders hier in Italië. Het was een triomf voor mij om te zien dat ik geen behoefte meer heb aan alcohol of een sigaret om me goed te voelen. En dan, trouw zijn is het beste dat we tot stand kunnen brengen, maar ik denk dat dit slechts bekomen kan worden door God, wanneer we ons laten leiden door Hem.

Antonija is niet alleen voor onze zoon, maar ook voor alle kinderen van de missie een echte moeder, en niet alleen voor deze die in onze huis wonen, maar ook voor alle andere kinderen; zij zoeken haar, want ze zien in haar een vrouw, een moeder. Zij verwacht veel, heeft een sterk karakter, is vastberaden, en dat is goed voor mij en de kinderen. Onze kinderen zijn lieve kinderen, zijn kinderen die liefde nodig hebben, dat zie je in hun manier van doen, in hun altijddurende zoektocht naar genegenheid. Antonija geeft hen dat altijd, en ik doe mijn uiterste best om hen te geven wat de Heer mij gegeven heeft.

Ook ik heb in mijn hart het verlangen om mijn ouders bijzonder te danken. Wie weet, misschien dat mijn moeder me nu horen kan: “Ik wil je bedanken, mam, voor wat je hebt gedaan voor Carmelo, mij en mijn vader”. Ik zie nu dat mijn ouders ook fouten hebben gemaakt, maar in mijn hart weet ik, nu Antonija en ik ook ouders zijn geworden, dat wij allemaal maar mensen zijn en dat ik niemand de vinger moet wijzen,  want ik ben de eerste zondaar; en ik weet dat ik ook vandaag nog steeds op weg ben, ik weet dat mijn leven veel gebed nodig heeft. Ik weet dat de gebeden van mijn moeder geleid hebben tot mijn redding.

Ik wil ook graag Moeder Elvira bedanken om haar moed, om haar levenswil, haar hoop die zij ons gegeven heeft, en ik voel in mijn hart het verlangen om dit alles ook door te geven aan alle kinderen in nood. We hebben ja gezegd, omdat we voelen dat het de Heer is die ons geroepen heeft en in ons Ja-woord weten we dat we de behoefte hebben om op weg te gaan, we hebben nood aan de Gemeenschap, en we weten dat de Heer ons de wil geeft om door te gaan… ik denk dat dit de juiste weg is voor ons, want hij is ontstaan vanuit lijden en offer.

Elvira leert ons dit en we hebben zelf ervaren dat er na het lijden vreugde komt. En het is waar: als we naar de hemel kijken als er een storm komt, dan weten we dat het later rustig zal worden, en dat deze kalmte in het hart zal blijven, want deze rust komt van de Hemel, van God. Die kalmte die de mensen in de wereld zoeken, in de verkeerde dingen, in de zaken die voorbijgaan.

In de Gemeenschap ervaren we elke dag Gods Barmhartigheid in ons leven, doorheen ons lijden, onze zonde… en we hebben de grote foto van Elvira met haar voorbeeld van nederige, stille, dienende vrouw, en dit is wat ze me eens vertelde: “Zorg ervoor, Gioacchino, dat de kinderen niet met hun oren horen, maar met hun ogen. Dus geef hen het goede voorbeeld. Jij moet consequent zijn; en als jij dat bent, dan zien zij dat, en zullen zij ook zo handelen." En het is waar. Het is waar dat ik soms te hard ben geweest, dat ik aan het schelden was tegen de kinderen; maar ik heb gezien hoe zij het nodig hebben om de consistentie van de ouders te zien, want we kunnen het niet van hen verwachten als we niet streng zijn met onszelf.

Al deze dingen hebben mijn leven gevormd, en dikwijls zeg ik tegen mezelf: "Ik wil niet zijn zoals mijn vader of hetzelfde fouten maken als hij.” Jezus zegt dat Hij naar ons is gekomen om van ons nieuwe mensen, nieuwe creaties te maken, ik vertrouw Hem, ik wil deze woorden ernstig nemen, want met Jezus is het nodig dat we serieus doen, het niet licht opnemen, want het is echt iets groots om kleine nederige instrumenten te zijn in Zijn Handen; Hij is diegene die de wonderen tot stand brengt, maar Hij heeft ook iemand nodig die bereid is om de handen uit de mouwen te steken. En daarom wil ik Hem bedanken. Dankjewel. Gioacchino